Winkelwagen

/ .nl-domeinnaam

Jouw .nl voor slechts € 0,49.

Domeinnaam checken
E-mail

/ Security

/ Hostingpakket keuzehulp

Weet je niet zeker welk hostingpakket de beste
keus is voor jouw website? Met onze keuzehulp
kom je er wel uit.

Direct naar de keuzehulp

/ OpenStack

/ Probeer Public Cloud uit

Gratis 1 maand aan de slag met Public Cloud?

Vraag proefperiode aan

/ TransIP Blog

Website templates kiezen voor jouw website

Lees de blogpost
Knowledge Base

    Sorry, we konden geen resultaten vinden voor jouw zoekopdracht.

    Een NAPTR-record instellen

    In dit artikel leggen we uit hoe je een NAPTR-record instelt binnen de DNS instellingen van je domeinnaam.

    Een NAPTR-record is een record dat voornamelijk gebruikt wordt voor toepassingen in internettelefonie, bijvoorbeeld voor het toewijzen van servers en gebruikersadressen in het Session Initiation Protocol (SIP). Dit is een protocol voor multimediacommunicatie zoals onder meer Voice over IP (VoIP). Vaak worden NAPTR-records gebruikt in combinatie met SRV-records.

    NAPTR staat voor 'Name Authority Pointer' en specificeert een regel om een tekenreeks ('string'), eventueel middels een reguliere expressie ('regular expression" of 'regex'), te herschrijven naar een domeinnaam of een zogeheten 'Uniform Resource Identifier'. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld fax machines, VoIP telefoons of andere apparaten over het internet bereikbaar gemaakt worden. Uiteraard werkt dit alleen met specifieke protocollen.


    Waar voeg ik een NAPTR-record toe?

    DNS-records voeg je eenvoudig en kosteloos toe via je controlepaneel. Klik in het linkermenu op 'Domein' en klik vervolgens in de linkerkolom op het domein waar je het NAPTR-record voor wilt instellen (niet aanvinken).

    Scrol nu naar 'Geavanceerd Domeinbeheer', gevolgd door 'DNS'. Zie je dit nog niet terug, zet dan eerst de schakelaar uit achter 'TransIP instellingen'. Je ziet daarna een overzicht terug van jouw DNS-records, die je vervolgens naar wens kan aanpassen. Laat na het aanpassen en opslaan van je eigen DNS-records de schakelaar bij 'TransIP instellingen' uit staan.


    Hoe stel ik een NAPTR-record in?

    Een NAPTR-record is opgebouwd uit de volgende 6 onderdelen. Bij het instellen van een NAPTR-record is het van belang dat je de juiste volgorde aanhoudt, deze is als volgt:

    1. Prioriteit (ook wel 'order' genoemd. Hiermee geef je aan welk NAPTR-record als eerste gebruikt moet worden).
    2. Gewicht (ook wel 'preference' genoemd. Hiermee geef je onder andere aan welk NAPTR-record als eerst gebruikt moet worden bij NAPTR-records met dezelfde prioriteit).
    3. Flags (Deze zijn belangrijk voor de correcte verwerking en interpretatie van de andere onderdelen van dit record)
    4. Service (Hierin geef je aan welke service er beschikbaar is en indien nodig ook via welk protocol deze service te bereiken is).
    5. Reguliere expressie (ook wel 'regular expression' of 'regex' genoemd. Deze wordt gebruikt als er bij 'flags' de waarde "U" is ingesteld).
    6. Vervanging (ook wel 'replacement' genoemd. Dit is een (sub)domein welke gebruikt wordt als er bij 'flags' de waarde "S" of "A" is ingesteld).

    In onderstaande afbeeldingen zie je twee voorbeelden van NAPTR records.

    Voorbeeld van een NAPTR-record voor een domeinnaam met vervanging

    Voorbeeld van een NAPTR-record met reguliere expressie

    De onderdelen van het record worden hieronder nader toegelicht.


    Naam

    Een NAPTR-record stel je in door met de 'naam' te beginnen. Hier geef je op voor welk deel van het domein het DNS-record moet werken. Een NAPTR-record kun je instellen voor zowel je hoofddomein (het root domein) als een subdomein.

    • Wil je een NAPTR-record voor het root domein instellen, dan vul je een @ in het 'Naam'-veld in.
    • Wil je een NAPTR-record voor een subdomein instellen, dan vul je alleen het subdomein in het 'Naam'-veld in.
      • Onze DNS-software voegt dan het root domein automatisch op de achtergrond aan het subdomein toe.

    Hieronder zie je twee voorbeelden van NAPTR-records voor het subdomein vb.domeinnaam.nl.

    Voorbeeld van een NAPTR-record voor een subdomein met vervanging

    Voorbeeld van een NAPTR-record voor een subdomein met reguliere expressie


    TTL

    De 'TTL' van een DNS-record bepaalt hoe lang het record in de cache mag blijven staan. Wij raden aan om de TTL laag te houden, bijvoorbeeld op 1 uur.


    Type

    Omdat je een NAPTR-record wilt instellen, kies je onder 'Type' voor 'NAPTR'.


    Waarde

    In de waarde van het NAPTR-record vul je opeenvolgend de prioriteit, gewicht, flag, service, reguliere expressie en de vervanging in, telkens gescheiden door een spatie. Stel dat je de volgende gegevens zou willen instellen:

        Waarde: "S" "sip+D2U" _sip._udp.voorbeeld.nl.
        Prioriteit: 100
        Gewicht: 10

    Je zult dan alle bovenstaande onderdelen in de juiste volgorde in het "Waarde"-veld moeten invullen. Tevens zal je omdat het 'reguliere expressie'-onderdeel mist hier "" voor moeten vermelden. Dit ziet er als volgt uit:

    Voorbeeld van een NAPTR-record met vervanging

    In het bovenstaande voorbeeld zie je de gegevens in de juiste volgorde terug met telkens een spatie ertussen. Dit zijn: de prioriteit (10), het gewicht (100), de flag ("S"), de service ("sip+D2U"), een lege string omdat er geen reguliere expressie is ("") en de vervanging (_sip._udp.voorbeeld.nl.).

    Let op:

     

    • Bij het instellen van een NAPTR-record is het van belang dat je de juiste volgorde aanhoudt zoals hierboven vermeld
    • In het "Waarde"-veld van je DNS-record moet je alle 6 de onderdelen invullen met telkens een spatie tussen elk onderdeel.
    • Als je van de 6 onderdelen de 'reguliere expressie' of de 'vervanging' leeg wilt laten dan moet je hiervoor in plaats de volgende karakters invullen: "". Dit zijn twee aanhalingstekens welke het mogelijk maken om één van beide onderdelen leeg te laten.
    • Het simpelweg weglaten van één van de onderdelen zal leiden tot een NAPTR-record dat niet werkt en een foutmelding.
    • Wanneer je de 'vervanging' invult dan moet deze eindigen met een punt. Dit is de zogeheten 'trailing dot', die ervoor zorgt dat onze DNS software niet ook nog eens jouw domeinnaam achter de waarde plaatst.

    We leggen nu uit wat de verschillende elementen van een NAPTR-record inhouden en hoe je deze toepast.


    Prioriteit

    De prioriteit, ook wel 'order' genoemd, geeft de volgorde aan waarin een NAPTR-record verwerkt moet worden. Hoe lager het getal is, des te hoger de daadwerkelijke prioriteit van het record. Je kunt als 'prioriteit' een getal tussen 0 en 65535 invoeren. In de regel worden hier voor het gemak vaak waardes als 0, 10, 100 voor gebruikt.

    Als er door het systeem van de bezoeker een matchend NAPTR-record gevonden wordt, dan kijkt deze niet meer naar NAPTR-records met een hoger getal als 'prioriteit'. Dit is een verschil met het 'gewicht' van een record, waarbij er wel gekeken kan worden naar NAPTR-records met een hoger getal als 'gewicht'.

    Er moeten geen aanhalingstekens geplaatst worden om het getal dat je als 'prioriteit' instelt.


    Gewicht

    Het gewicht, ook wel 'preference' genoemd, geeft ook een volgorde aan voor het verwerken van NAPTR-records. Hierbij geldt eveens: Hoe lager het getal is, des te hoger de daadwerkelijke prioriteit van het record. Je kunt als 'gewicht' een getal tussen 0 en 65535 invoeren. In de regel worden hier voor het gemak vaak waardes als 0, 10, 100 voor gebruikt.

    Het verschil tussen de 'prioriteit' en het 'gewicht' van een record is dat het systeem van een bezoeker (afhankelijk van hun configuratie) na het vinden van een matchend NAPTR-record wel kijkt naar records met een hoger getal als 'gewicht'. Bij de 'prioriteit' zal er na het vinden van een matchend NAPTR-recordhierbij nooit naar een NAPTR-record met hoger getal als 'prioriteit' gekeken worden.

    Er moeten geen aanhalingstekens geplaatst worden om het getal dat je als 'gewicht' instelt.


    Flags

    De flags zijn specifieke karakters die gebruikt worden om te bepalen hoe de velden van het NAPTR-record geïnterpreteerd worden. De 'flag' zal altijd een karakter zijn tussen A en Z of 0 en 9.Er zijn momenteel 4 mogelijkheden die je als 'flag' kunt invullen:

    • De letter "S". Dit houdt in dat het NAPTR-record het laatste record is en de volgende stap door de 'flag' bepaald wordt. "S" betekent dat het systeem van een bezoeker na dit NAPTR-record moet kijken naar een SRV-record bij het domein dat ingevuld is als 'vervanging'.
    • De letter "A". Dit houdt in dat het NAPTR-record het laatste record is en de volgende stap door de 'flag' bepaald wordt. "A" betekent dat het systeem van een bezoeker na dit NAPTR-record moet kijken naar een A-record of een AAAA-record bij het domein dat ingevuld is als 'vervanging'.
    • De letter "U". Dit houdt in dat het NAPTR-record het laatste record is en de volgende stap door de 'flag' bepaald wordt. "U" betekent dat het systeem van een bezoeker na dit NAPTR-record niet naar de DNS moet kijken maar naar wat er uit de 'reguliere expressie' komt.
    • De letter "P". Dit houdt in dat het systeem van de bezoeker verder moet gaan middels de regels van het protocol dat bij 'service' ingesteld staat. Als je als flag de letter "P" gebruikt dan moet er een protocol ingesteld staan bij 'service'. Wat de regels van het protocol verder inhouden verschilt per protocol, waardoor we hier niet verder op in zullen gaan.

    Zorg ervoor dat je altijd aanhalingstekens plaatst om de letter die je als 'flag' instelt.


    Service

    De service geeft aan welke services er in het NAPTR-record verder gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld voor de uitkomst van de 'reguliere expressie'. Hier kan echter ook een specifiek protocol ingesteld worden dat gebruikt moet worden. Als je als 'flag' de letter "P" ingevuld hebt, dan moet je hier zelfs een protocol instellen. Het format van 'service' ziet er vaak als volgt uit: "protocol+rs". Het gedeelte "rs" staat hier voor "Resolution Service"

    Dit houdt in dat er eerst een protocol staat, bijvoorbeeld sip, dan het plusteken en tot slot de waarde die voor rs gebruikt wordt. Normaliter zal de applicatie waarvoor je het NAPTR-record instelt aangeven wat je hier precies moet invullen.

    Zorg ervoor dat je altijd aanhalingstekens om hetgeen je als Service instelt.


    Reguliere expressie

    De 'reguliere expressie' (ook wel 'regular expression' of 'regex' genoemd) is een reeks karakters die aangeeft hoe het oorspronkelijke (sub)domein herschreven moet worden om uit te komen bij het volgende (sub)domein die het systeem van de bezoeker moet opzoeken. Meer informatie over de regels waaraan deze reeks moet voldoen vind je in de officiële RFC van het type NAPTR.

    Let op:

     

    • De 'reguliere expressie' wordt gebruikt als er bij 'flags' de waarde "U" is ingesteld
    • Zorg ervoor dat je altijd aanhalingstekens om de waarde zet die je als 'reguliere expressie' instelt.
    • Als je iets invult als 'vervanging' dan moet er voor de 'reguliere expressie' als waarde een lege string gebruikt worden. Je vult dan voor de 'reguliere expressie' het volgende in: ""

    Vervanging

    De 'vervanging' is het volgende (sub)domein die het systeem van de bezoeker moet opzoeken, afhankelijk van wat er ingesteld staat als 'flag'. Hierbij is het van belang dat hier een correcte domeinnaam vermeld wordt. De 'Vervanging' sluit je daarnaast af met een punt, ook wel de 'trailing dot' genoemd. De trailing dot zorgt ervoor dat onze DNS software niet ook nog eens jouw domeinnaam achter de waarde plaatst.

    Let op:

    • De 'vervanging' wordt gebruikt wordt als er bij 'flags' de waarde "S" of "A" is ingesteld).
    • Er moeten geen aanhalingstekens geplaatst worden om het (sub)domein dat je als 'vervanging' instelt.
    • Als je iets invult als 'reguliere expressie' dan moet er voor de 'vervanging' als waarde een lege string gebruikt worden. Je vult dan voor de 'vervanging' het volgende in: ""

    Eindresultaat

    Hieronder zie je twee volledige NAPTR-records. Het eerste voorbeeld laat een situatie zien waarbij alleen een 'vervanging' ingevoerd is en geen 'reguliere expressie'. Het tweede voorbeeld laat een situatie zien waarbij alleen de 'reguliere expressie' ingevuld is en geen 'vervanging'.

    Voorbeeld van een NAPTR-record met vervanging

    Voorbeeld van een CAA-record met reguliere expressie

    Op basis van de stappen in dit artikel kun je NAPTR-records toevoegen. Doorgaans zal de applicatie waarvoor je het record instelt aangeven of er meerdere NAPTR-records nodig zijn en wat er als prioriteit, gewicht, flag, service, reguliere expressie en vervanging ingesteld moet worden.

    Meer informatie over NAPTR-records en de syntax hiervan kan je vinden in RFC 2915 zoals beschreven door de IETF.

    Hou er rekening mee dat het tot maximaal 24 uur kan duren voordat wijzigingen van DNS instellingen wereldwijd zijn doorgevoerd. Dit is in verband met de wijze waarop externe systemen dit verwerken. Hierop hebben wij helaas geen invloed. Overigens zie je de wijzigingen wel al ruim binnen 24 uur.



    In dit artikel hebben we uitgelegd hoe je NAPTR-records in je controlepaneel instelt. Voor een algemene uitleg over DNS-records en het invoeren hiervan check je het artikel 'Wat zijn DNS en nameservers?'.

    Voor meer informatie over het gebruik van NAPTR-records, raden we je aan om de RFC hierover te lezen. 

    Mocht je na het lezen van dit artikel nog vragen hebben, neem dan contact op met onze supportafdeling. Je bereikt hen via de knop 'Neem contact op' aan de onderzijde van deze pagina.

    Kom je er niet uit?

    Ontvang persoonlijke hulp van onze supporters

    Neem contact op